karin-en-ties-banner
Beeldend kunstenaars Karin Arink en Ties Ten Bosch kennen elkaar al jaren. Zij werken ieder op hun eigen wijze, maar hebben in het verleden ook al eens samengewerkt. Voor HET PLAFOND maken ze nu voor het eerst samen één werk: een 3D installatie aan het plafond van HET PLAFOND. Ties Ten Bosch maakt drie ruimtelijke constructies die het vlak van het plafond indelen. Die drie vormen zijn tegelijkertijd aanknopingspunten voor het aandeel van Karin Arink, dat uit textiel zal bestaan – dat komt in grote bogen te hangen, vorm-gegeven door de zwaartekracht. Op die manier wordt de hele ruimte van HET PLAFOND gearticuleerd.
De installatie krijgt als titel WAT IS TUSSEN ONS – dat is voor meerdere uitleg vatbaar. Kom kijken bij HET PLAFOND

HET PLAFOND kent geen vaste openingstijden, maar opent zich met een grote winkelruit naar het trottoir van de Gedempte Zalmhaven. De installatie van Karin Arink & Ties Ten Bosch is dus dag en nacht te zien. Behalve tijdens de opening (zaterdag 6 juni 2009, vanaf 20.30 uur) is de installatie alleen op afspraak ook van binnen te bekijken.
site61_20090522014147_4_090606_ties__karin_090326_schets_598

WAT IS TUSSEN ONS – wie zijn wij voor elkaar

Guus, Karin, Ties en Willem zijn vrienden en collega’s in de kunst. Guus Vreeburg en Karin Arink ontmoetten elkaar in de jaren ’80 op de Rotterdamse Academie: hij – kunsthistoricus – als docent en zij toen student; inmiddels zijn ze daar collega’s. Als beeldend kunstenaar was Karin op haar beurt docent van Ties Ten Bosch en Willem Besselink; inmiddels zijn zij drieën collega’s in de beeldende kunst – ieder op hun eigen manier. Karin en Ties werken bij Stichting B.a.d in Rotterdam Charlois. Guus en Willem zijn inmiddels partners, onder andere in HET PLAFOND. Karin en Ties stelden voor daar gezamenlijk een werk te maken, als gasten van Willem en Guus. Nieuwe impuls voor alles wat al was tussen ons – gelukkig verandert dat voortdurend.

WAT IS TUSSEN ONS – twee kunstenaars

Karin Arink en Ties Ten Bosch zijn als beeldend kunstenaars in een verschillend stadium van ontwikkeling; ze werken ieder heel anders, maar toch zijn er ook raakvlakken.
De sculpturen en ruimtelijke installaties van Karin Arink zijn steeds gemaakt uit fragiele vliezen. Soms zijn die van ragdunne klei, soms van papier, soms van fotopapier, en dan weer van soepel vallend en vaak transparant textiel. Zo ontstaan nu weer eens werken die in al hun kwetsbaarheid op de vloer liggen, dan weer constructies die om een lijf gedrapeerd zijn, dan weer eens tegen een wand hangen, maar die zich vaak als webben door de ruimte weven. De vormentaal is steeds organisch en lijfelijk. Uitgangspunt voor veel van haar werk is het lichaam, als capsule voor het menselijk bestaan. Arink laat ons niet zwelgen in geïdealiseerde lichamelijke schoonheid; ze confronteert de kijker met lijven – of flarden daarvan – die getekend zijn door leven en dood, door de confrontatie en/of versmelting met anderen. Dat maakt haar werk in al zijn fragiliteit en kwetsbaarheid tegelijkertijd sterk en indrukwekkend.
Dat was in de zomer van 2008 te zien in de overzichtstentoonstelling Karin Arink – States of Self in het Stedelijk Museum Schiedam. Die titel maakt ook duidelijk, dat Arink vaak persoonlijk ervaringen uit haar eigen leven als kunstenaar, als vrouw, als moeder als uitgangspunt neemt.
Ook het werk van Ties Ten Bosch gaat vaak uit van het menselijk lijf en de maat ervan: niet dat van zichzelf maar dat van zijn publiek. Essentieel zijn de lijfelijke aanwezigheid van de bezoeker en diens ervaring. Vaak nodigt zijn werk ertoe uit om er in, op of onder te kruipen. Zijn werk behaagt over het algemeen niet. Het is er gewoon. De bezoeker voelt een aantrekkingskracht, maar kan die vaak niet plaatsen… Het materiaalgebruik draagt hieraan bij. Materialen die van zichzelf iets esthetisch hebben, zoals hout, karton en ander plaatmateriaal, lijken vaak achteloos in elkaar gezet, niet recht, maar ook niet scheef. Kinderlijk schijnbaar, waarbij je je afvraagt waarom een kunstenaar dat zo zou doen – moet je dit serieus nemen? Ook op die manier behaagt het werk van Ten Bosch niet.
Centraal daarin staan zijn leven en activiteiten als kunstenaar, als onderdeel van het stedelijk leven (“urban life”). Hij onderzoekt het, herschept het, grijpt erin in en geeft er via zijn werk nieuwe impulsen aan. Ten Bosch beperkt zich daarbij niet tot een enkel medium. Om het werk toch samenhang te geven stelt hij steeds zichzelf in het centrum ervan. Een voorbeeld: het project Territory Boijmans (2005). Ten Bosch bouwde in zijn studio in Rotterdam Charlois een mobiel toiletgebouwtje, en bracht dat als een geschenk naar Museum Boijmans van Beuningen – neemt een museum überhaupt geschenken aan, en dan nog wel van een zo jonge en onbekende kunstenaar als Ten Bosch toen nog was…? De hele tocht van zijn kunstwerk vanuit de studio naar het museum, dwars door de openbare ruimte van de stad – een publiek evenement – legde Ten Bosch op film vast. Een project dat duidelijk maakt dat Ten Bosch als kunstenaar weliswaar een centrale rol speelt in het hele proces, maar dat daarin ook principieel anderen een rol spelen. Dat de kunstenaar als onderdeel van een keten speelt ook in het project Volksrekorders (2006-heden) dat Ten Bosch samen met acht andere kunstenaars opzette. Samen werken ze aan een TV-internet platform, dat ze inmiddels in Rotterdam en in diverse andere steden in Europa operationeel hebben gemaakt. Ieder van de kunstenaars draagt daarin bij vanuit zijn of haar eigen artistieke stellingname. “Art is not for art, but it is a vital part of life. It is never enough: the search to break things open goes on.” (Ties Ten Bosch)

WAT IS TUSSEN ONS – samenwerken / samen werken

Die bereidheid, die wil om met anderen samen te werken, de overtuiging zelfs dat dat essentieel is voor geslaagd en vitaal kunstenaarschap, deelt Ties Ten Bosch met Karin Arink. Hoe persoonlijk haar werk ook is, ook zij zoekt al vanaf haar academietijd samenwerkingsprojecten met andere kunstenaars; toen al werkte ze intensief samen aan experimentele dans/theater stukken. In 2005, toen zij op de ArtBrussels haar galerie Tanya Rumpff vertegenwoordigde, nodigde ze in haar solo stand elke dag een Special Guest uit. Voor de opening vroeg ze een groep academiestudenten aan wie ze toen les gaf, kleine projecten en interventies te realiseren, naast en in dialoog met haar eigen werk. Bij deze gelegenheid zocht ze ook de samenwerking met Ties Ten Bosch, toen haar student én assistent én collega binnen het kunstenaarscollectief Stichting B.a.d in de Talingstraat op Zuid, waarvan ze al jaren lang een van de leden is. Momenteel is Arink een van de drijvende krachten achter de huidige protestacties van Rotterdamse kunstenaars tegen de voortgaande verkruimeling van gemeentelijke budgetten voor kunstenaarsbeleid, en ontplooit ze in het kader daarvan allerlei activiteiten.
Dat Karin Arink en Ties Ten Bosch besloten samen een voorstel te doen voor een project bij HET PLAFOND komt dus niet uit de lucht vallen. Niet dus een installatie van Karin Arink naast een van Ties Ten Bosch, maar een gezamenlijk geconcipieerde en uitgevoerde installatie, waarvoor ze heel gedecideerd de titel WAT IS TUSSEN ONS als motto kozen.

site61_20090522014147_1_090513_ties_schets_atelier_598
Ties ten Bosch. Schets voor WAT IS TUSSEN ONS, mei 2009

WAT IS TUSSEN ONS – een installatie uit twee delen

De installatie die Karin Arink en Ties Ten Bosch samen maken voor HET PLAFOND heeft als vertrekpunt drie onregelmatige, open 3D constructies van Ten Bosch. Hij bouwde ze op de vloer van zijn atelier in een 1 op 1 maquette van het plafond van HET PLAFOND. Ze worden ter plekke nader verfijnd en uitgewerkt en uiteindelijk ondersteboven opgehangen. Ze zijn zodanig gedimensioneerd en over het plafondvlak verdeeld, dat ze dat vlak indelen en de perspectivische werking ervan – gezien vanaf de kijker op straat – versterken. Die 3D constructies tarten in hun  hoekige starheid en door hun omvang de zwaartekracht: ze hangen boven je hoofd en verzetten zich ertegen, door hun zwaarte uit model getrokken te worden.
In contrast met die onverzettelijkheid, maar in samenspel daarmee verzorgt Karin Arink de tweede, onderste laag van de installatie. De drie ‘harde’ constructies van Ten Bosch, en met name plastic pijpen daarin, vormen de aanknopingspunten voor een driedimensionaal rozet van vliezen van okerkleurig en wit textiel: glimmende satijnen beddenspreien, gekocht bij de Turkse winkel. Ze zijn gesneden en vernaaid tot een koepel die ook buik zou kunnen zijn, en hangen aan ‘mouwen’ die uit pijpjes komen in de constructies van Ties Ten Bosch. De precieze vorm van die koepel/buik ontstaat ter plekke, waarbij Karin Arink als het ware samenwerkt met de zwaartekracht als mede-vormgever: die bepaalt immers in hoge mate de bogen en bochten waarin de textiele vliezen door elkaar heen en door de ruimte hangen, tot anderhalve meter boven de vloer. Ongetwijfeld zullen ze ook zachtjes een en weer deinen met elke beweging in de lucht – als bijvoorbeeld de voordeur opengaat of zelfs als er iemand langs het werk loopt. Karakteristiek voor de relatieve toegeeflijkheid die Arink vaker aanneemt ten aanzien van de vorm van haar werk: er is altijd ruimte voor toeval en factoren van buitenaf.
Al met al zal er tussen de inbreng van Ten Bosch en die van Arink een zekere spanning bestaan, qua artistieke strategie, qua materiaal, qua vorm en qua beeldend effect. De kunstenaars streven er echter naar dat juist die spanning tussen hen beiden, en tussen hun ingreep en de ruimte waarin deze hangt, de installatie een meerwaarde zal geven.

WAT IS TUSSEN ONS – kijken naar de leegte

In de installatie WAT IS TUSSEN ONS draait het uiteindelijk niet alleen om de beeldende betekenis van de gerealiseerde vormen, maar vooral ook om die van de contravorm: de lege ruimten tussen de afzonderlijke onderdelen van de installatie, en ook de ruimte tussen de installatie zelf en de rest van de ruimte van HET PLAFOND. Arink en Ten Bosch streven ernaar met behulp van de volumes en de vliezen die ze plaatsen, juist ook die leegten, die tussen-s als het ware voelbaar te maken, ons ook juist daarnaar te laten kijken.
Normaliter zijn wij vooral gefixeerd op dat wat is – dat wat concreet aanwezig is, aanraakbaar, zichtbaar, of hoorbaar, of proefbaar. We zijn zelfs geneigd om alleen dát te erkennen als echt, als van wezenlijk belang. Alleen dát is ‘aanwezig’: díe stoel, dát woord, díe smaak, díe ervaring. Waar niets concreet aanwezig ís ervaren we, en benoemen we, en waarderen we als niets, als afwezigheid, als leegte. Wellicht echter ligt juist dáárin werkelijke betekenis, werkelijke waarde van alles. Twee voorbeelden.

Het Zen-Boeddhisme daagt je uit de essentie van een waterkan te overwegen: is die gelegen in zijn tastbare vorm, in de huid – of juist in de lege ruimte die daarmee omsloten wordt, de leegte die straks het water kan opnemen, wat nu juist de eigenlijke functie van dat voorwerp vertegenwoordigt?
“Stil, de stilte spreekt.” In een goeie, meeslepende toespraak of in een opzwepend stuk muziek zijn het vaak de stilten tussen de woorden, tussen de klanken die voor spanning zorgen, die je als luisteraar te pakken nemen. De geboren redenaar, de ervaren musicus wéét dat, en zet daarom die stilten, die leegten heel bewust in: hij neemt op cruciale momenten een slokje water dat net iets langer duurt dan normaal, tussen twee delen van een symfonie laat de dirigent níet zijn armen zakken – je kunt een spelt horen vallen…

Onbetwiste kampioen van de leegte was kunstenaar-componist John Cage (1912-1992). Zijn compositie 4’33” (1952) bestaat uit drie delen van in totaal 4 minuten en 33 seconden voor klavier of een willekeurig ander instrument. De partituur geeft nauwkeurig aan hoe lang ieder van die drie delen duurt, en draagt de uitvoerende solist op aan het eind van ieder deel de volgende pagina van de partituur open te slaan – daarmee worden de drie delen onderling gemarkeerd. De instructie voor de drie delen zelf is steeds “Tacet” – zwijg, speel níet, maak zelf geen enkel geluid. Cage laat zijn publiek luisteren naar die afwezigheid, die leegte, die stilte – die dan überhaupt geen stilte blijkt te zijn: publieksgekuch, stoelgekraak, airco-geruis, desnoods het kloppen van je eigen hart. Absolute stilte bestaat niet, laat Cage – overtuigd Boeddhist – ons horen. En ook, dat in wat wij geneigd zijn als stilte te ervaren – de afwezigheid van bewust geproduceerd geluid – nog een heleboel waardevols te beleven is.

En kijk om u heen, naar de Gedempte Zalmhaven waar u nu staat, naar de stad. U ziet de gebouwen: hun gevels zijn tastbaar, de vliezen om de eigenlijke ruimte binnenin waarin mensen wonen en werken. Tegelijkertijd markeren die gebouwen ook de ruimte tussen hen in, die onbebouwd bleef, leeg, maar die wél een heel belangrijke functie heeft: die van straat of steeg of plein. Een goede stedenbouwkundige heeft heel nauwkeurig de maten daarvan bepaald – het driedimensionale stramien waarbinnen de architecten hun gebouwen ontwerpen. Nog los van het feit dat een belangrijk deel van het stedelijk leven zich juist in die bewust leeg gelaten buitenruimte afspeelt, zou je die leegte ook kunnen bekijken en waarderen om zijn eigen artistieke kwaliteit, als sculptuur – niet van materie, maar juist van niet-materie. Het nauwe straatje hiernáást als blok van leegte, vorm gegeven door de hoge gebouwen ter weerszijden die juist door die leegte ertussen samengebonden worden.

Op vergelijkbare manier laten Arink en Ten Bosch via de positief-concrete volumes en vliezen van hun installatie, aangebracht tussen plafond en vloer en wanden van HET PLAFOND, ons kijken naar wat daar ‘tussen’ is: dat ‘tussen’ zou wel eens de essentie van de installatie kunnen zijn… Zijn onze ogen, onze zintuigen eigenlijk wel toegerust om dat ‘tussen’ te doorgronden?

© Guus Vreeburg/HET PLAFOND, 090606
site61_20090522014147_3_090515_ties_snelle_schets_fotoshop_598
Karin Arink & Ties Ten Bosch. Schetsvoorstel WAT IS TUSSEN ONS voor HET PLAFOND, Rotterdam; mei 2009 © Ties Ten Bosch, Rotterdam; 2009

Karin Arink

1967
geboren in Delft
1986-1990
studie Autonome beeldende kunst; Academie van Beeldende Kunsten, Rotterdam
1990-1992
Rijksacademie, Amsterdam
1992
Prix de Rome
2000
groepstentoonstelling Exorcism, Aesthetic Terrorism; Boijmans van Beuningen, Rotterdam
2002
Anne Berk. BODYTALK. in: Kunstbeeld 2002, nummer 10
2006
soloproject Manifold Mumbag & fragments of the white visions; project room De Pont, Tilburg
2008
solotentoonstelling Karin Arink – States of Self; Stedelijk Museum, Schiedam
Anne Berk, Petra Else Jekel en Wilma Sütö. Karin Arink – States of Self. Rotterdam, Veenman
Publishers, 2008 ISBN978-90-8690-125-8 144 pagina’s full colour
Karin Arink woont en werkt in Rotterdam. site Karin Arink; site Stichting B.a.d

Ties Ten Bosch

1977
geboren in ’s-Hertogenbosch
1996-2000
studie Industrial Design, TU Delft
2001-2005
studie Ba Autonome beeldende kunst; Willem de Kooning Academie, Rotterdam
2005
project Territory Boijmans
2006-heden
project ‘Volksrekorders
2008
soloproject Restroom; NAi, Rotterdam
2009
redacteur Houtskool
Ties Ten Bosch woont en werkt in Rotterdam. site Ties Ten Bosch; site Stichting B.a.d